BAM!
Ik zat op de mavo en was ongekend ambitieus. Mijn vreugde was in één klap voorbij. Ik voelde me de grond in zakken. Kun je je dat voorstellen?
Ik ben inderdaad geen dierenarts geworden. Ook al hield ik enorm van dieren, ik was geen held. Voor alles wat fladderde rende ik weg. Ik durfde nog geen vogeltje vast te houden. Dus dierenarts worden bleek bij nader inzien toch niet zo’n goed idee.
Maar daar gaat het nu even niet om. Het gaat erom welk gevoel we kinderen, collega’s, partners, familieleden, vrienden, kennissen of wie dan ook meegeven als we indirect zeggen dat we niet in ze geloven. Wanneer we ze niet serieus nemen in hun droom. Want stel dat het wel kan?
Stel dat je er vanuit gaat dat alles mogelijk is. Dat je denkt in mogelijkheden. Dan is alles mogelijk. Nu hoor ik je denken: “Mag ik de beren op de weg dan nooit meer benoemen? Mag ik dan nooit meer kritisch zijn?” Natuurlijk wel. Graag zelfs. Maar de manier waarop is er een om over na te denken.
Probeer de ander eerst eens te begrijpen, voordat je zelf meteen je verhaal gaat doen. Stel vragen. En dan nog meer vragen. Geef oprechte aandacht aan de ander. Als iemand zich gehoord en gezien voelt, is hij ook bereid om jou te zien en te horen. Van verbinden krijg je vleugels.
Dus als ik die arts was geweest had ik het wel geweten:“O wauw! Dus jij wilt dierenarts worden? Waarom vind je dat zo’n mooi beroep? Volgens mij ben jij een ambitieus meisje, klopt dat?”….
Wat had jij nog meer aan mij willen vragen?
Hoe vaak neem jij de tijd om echt te luisteren en te verbinden met de ander?
En aan wie zou jij op dit moment een vraag willen stellen, die je nog niet eerder hebt gesteld?
Ik ben benieuwd.
© Nationale Onderwijsgids / Dyonne Depondt